[ Terug |
Grof slijpen |
Polijsten ]
Fijn slijpen
Bij het fijn slijpen gebruiken we een andere slag: de W-slag, waarbij je de
bovenste schijf in een W-vorm over de onderste beweegt.
De W is ongeveer een kwart van de spiegeldiameter breed en een derde van de diameter hoog.
Het is ook niet meer nodig druk uit te oefenen op de bovenste schijf, zoals
bij het grof slijpen. Het gewicht van de spiegel alleen is genoeg.
Bij het fijn slijpen ligt soms de spiegel bovenaan (MoT, Mirror on Top),
maar soms ook onderaan (ToT, Tool on Top).
Als de spiegel bovenaan ligt, dan zal de spiegel krommer worden en brandpuntsafstand verkleinen.
Ligt de hulpschijf bovenaan, dan wordt de spiegel vlakker en de brandpuntsafstand vergroot weer.
Hierdoor kunnen we de gewenste brandpuntsafstand redelijk goed benaderen: als we
wat te ver in een bepaalde richting zitten, wisselen we de schijven van plaats.
Als de brandpuntsafstand (genoteerd f) goed is, slijpen we afwisselend een wet MoT en ToT.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur |
120 | Nee | ToT | W | 7,5 min |
120 | Nee | ToT | W | 7,5 min |
f = 1m25 |
120 | Nee | MoT | W | 7,5 min |
120 | Nee | MoT | W | 7,5 min |
120 | Nee | ToT | W | 7,5 min |
120 | Nee | ToT | W | 7,5 min |
Vrijdagavond 10 december: na een kwartier slijpen met de hulpschijf bovenaan
is de brandpuntsafstand 125 cm. Er volgt nog een kwartier met de
spiegel bovenaan en een kwartier met de hulpschijf bovenaan.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
120 | Nee | MoT | W | 15 min |
In het midden is er een zone waar geen water zit en maar een beetje
korrels poeder, die op hun plaats blijven hangen.
|
120 | Nee | ToT | W | 15 min |
luchtbel in het midden is weg (misschien had ik daarjuist te
weinig poeder en te veel water gebruikt?) |
f = 1m17 |
120 | Nee | MoT | W | 10 min |
Ik wil het brandpunt verlengen tot 1m20, dus een iets kortere
wet met MoT |
120 | Nee | MoT | W | 15 min |
|
f = 1m22 |
Woensdagavond 15 december: Vorige keer had ik telkens twee wets
van 7min30 gedaan; vandaag ga ik eens proberen wat één lange
wet van 15 minuten geeft. Dit blijkt mee te vallen.
Eerst een kwartier slijpen met de spiegel bovenaan, dan een kwartier
met de hulpschijf bovenaan levert een brandpuntsafstand van 117 cm.
Om de brandpuntsafstand ietsje te verlengen (we willen aan 120 cm geraken)
doe ik een iets kortere wet (10 minuten) met de spiegel bovenaan en
dan weer een kwartier met de hulpschijf bovenaan. De brandpuntsafstand
is nu ongeveer 122 cm.
Dinsdag 4 januari 2000: de sferometer is gereed!
Vreemd genoeg vinden we een kromtestraal van 189 cm in het midden van de spiegel
en 216 cm aan de rand. Nameten van de brandpuntsafstand geeft
128 cm (vorige keer vonden we 122 cm, vreemd genoeg).
De sferometer bestaat uit een ring met in het midden een voeler, die naar
onder en boven kan bewegen. Op de wijzerplaat bovenaan de ring kan je
aflezen hoe ver de voeler is bewogen.
***PENDING***meer uitleg over werking van de sferometer***
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
240 | Nee | MoT | W | 7 min |
Trekt een beetje tegen in het begin. Na verloop van tijd weer
een bel in het centrum. |
240 | Nee | MoT | W | 8 min |
Poeder is homogener verdeeld, ook over het centrum; aan
het einde wel weer een centrale bel, maar kleiner dan bij de vorige wet. |
240 | Nee | MoT | W | 8 min |
|
f = 1m25 |
240 | Nee | MoT | W | 9 min |
|
f = 1m29 |
Woensdag 5 januari: ondanks de rare resultaten van de sferometer, besluit ik
over te stappen op 240 poeder. Eerst heb ik met een vergrootglas het oppervlak
van de spiegel bekeken. Het oppervlak zag er mooi homogeen uit, wat een
aanwijzing is dat het tijd is over te schakelen op fijner poeder.
Ik doe vier wets van elk 7 á 8 minuten,
allemaal met de spiegel bovenaam. De brandpuntsafstand verandert niet
noemenswaardig (twee metingen leveren 1m25 en 1m29 op).
Bij de eerste wet is het poeder gelijkmatig verdeeld over de schijf,
op een grote bel in het centrum na. Misschien is dit een aanwijzing dat
de spiegel in het midden anders gekromd is dan aan de rand. Naarmate
ik meer wets doe, verkleint deze bel, en duurt het langer vooraleer ze opduikt.
Of de vorm van de spiegel beter geworden is, valt te betwijfelen omdat
de sferometer nog steeds dezelfde kromtestralen aanduidt.
Maandag 9 januari 2000: Ik ga eens langs
bij de VSRUG om fijner poeder (320 grit) te kopen
en probeer intussen ook eens of hun sferometer ook aangeeft dat de spiegel
niet goed gelijkmatig geslepen is. Helaas blijkt dat het geval te zijn:
de spiegel is in het midden meer gekromd dan aan de rand.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
120 | Nee | MoT | lange W | 9 min |
Er ontstaat een bel in het midden, die lang uitgerokken is in
de richting van het slijpen. Rond die bel zit veel poeder; naar de
rand toe is het poeder minder dicht. Soms wringen de schijven een beetje
tegen (ze glijden niet soepel over elkaar), vooral als het centrum
van de ene boven het centrum van de andere komt. |
120 | Nee | MoT | lange W | 7 min |
|
120 | Nee | MoT | lange W | 7 min |
Wringt al minder tegen |
120 | Nee | MoT | lange W | 5 min |
|
120 | Nee | MoT | lange W | 6 min |
|
120 | Nee | MoT | lange W | 6 min |
|
f = 1m20 |
Vrijdag 14 januari 2000: omdat overschakelen op een fijner poeder
blijkbaar de ongelijke kromming van de spiegel niet noemenswaardig verbetert,
besluit ik terug te keren naar 120 poeder.
Op Mel Bartels' pagina
lees ik dat het grof slijpen het best beëeindigd wordt met nog wat
slijpen volgens een lange W-slag en vervolgens volgens een korte centrum-over-centrum slag.
Ik besluit dus eerst een lange W-slag toe te passen. Dit is een slag die
lijkt op de tot nog toe gebruikte W-slag, maar de W is veel hoger (het centrum
van de spiegelschijf komt bijna tot aan de rand van de hulpschijf).
Na 7 wets van elk 5 tot 10 minuten slijpen blijkt
de brandpuntsafstand tot 1m20 verkort te zijn. Jammer genoeg geeft de
sferometer nauwelijks of geen beter resultaat.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 8 min |
|
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 8 min |
|
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 7 min |
grote centrale bel |
f = 1m43 (??!) |
Maandag 17 januari: de volgende stap in Mel Bartels' uitleg is zoals
gezegd een korte centrum-over-centrum slag. Hierbij beweeg je de spiegelschijf
enkel voor- en achteruit over een afstand van ongeveer een derde van de diameter
van de schijf, en je beweegt dus niet van links naar rechts.
Drie wets van elk 8 minuten
leveren een brandpuntsafstand van 1m43 op! Ondanks het feit dat de spiegel
bovenaan lag bij het slijpen blijkt de brandpuntsafstand toch merkelijk
toegenomen te zijn! De sferometer geeft een mogelijke uitleg: het midden
van de spiegel is al iets platter geworden.
Woensdag 19 januari: Via Filip Rooms
bots ik op een interessante nieuwe site
over telescoopbouw en spiegelslijpen. Hier staat ook uitlegegd
wat het effect van een lange slag en van een korte slag is.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 8 min |
Centrale bel |
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 10 min |
Centrale bel |
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 10 min |
Centrale bel |
120 | Nee | MoT | 1/3 CoC | 8 min |
Centrale bel |
f = 1m32 |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 4 min |
grote centrale bel |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 4 min |
centrale bel is iets verkleind |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 4 min |
pas na een tijd verschijnt een kleine centrale bel;
later enkele volgens de slijprichting langgerekte bellen in het midden |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 4 min |
zelfde scenario als vorige wet |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 3 min |
zelfde scenario als vorige wet |
120 | Ja | MoT | 1/3 CoC | 3 min |
centrale bel is verdwenen; bellen zijn ongeveer gelijkmatig
verspreid over de hele spiegel! |
f = 1m28 |
In het bijzonder zorgen lange slagen ervoor dat de spiegel
te gekromd wordt in het midden. Ik besluit dus door te gaan met
de korte centrum-over-centrum slag. Na vier wets van 9 minuten
blijkt de brandpuntsafstand ingekort te zijn tot 1m32 en het midden
van de spiegel is weer iets platter geworden; het blijkt dus wel een
beetje te werken. Daarna probeer ik eens wat het effect is van
druk uitoefenen tijdens de korte centrum-over-centrum slag, en
wat blijkt: na 6 wets van 4 minuten is het midden van de spiegel
platter geworden dan de rand, dus eigenlijk iets te veel van het goede!
De brandpuntsafstand is weer wat verkort tot 1m28.
Blijkbaar heb ik tot nog toe iets belangrijk gemist in het slijpproces:
de eindfase van het grofslijpen. Het blijkt dat slijpen volgens
de koordenslag, in tegenstelling met wat ik hierboven schreef, meestal
geen perfect boloppervlak oplevert. Meer in het bijzonder blijkt
het centrum van de spiegelschijf wat te diep uitgeslepen te zijn
(om een of andere reden zegt men dat de spiegel hyperbolisch gekromd is).
Dat kan opgelost worden door met een korte slag te slijpen, terwijl
er nog steeds druk op uitgeoefend wordt. En verrassing verrassing,
één van de symptomen van een hyperbolische spiegel is een
centrale bel in het midden ...
(Hoewel, volgens
anderen is het redelijk normaal dat het centrum iets te diep uitgeslepen
is, en verdwijnt het probleem naarmate je op fijnere poeders overschakelt.)
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
120 | Ja | MoT | koorden | 4 min |
Sagitta spiegel: 0,2775mm in het centrum, 0,29mm en 0,2925mm aan de rand |
120 | Ja | MoT | koorden | 4 min |
Sagitta spiegel: 0,29mm in het centrum, 0,29mm tot 0,295mm aan de rand;
het centrum is inderdaad dieper geworden!
Sagitta hulpschijf: 0,25mm in het midden en 0,24mm aan de rand |
f = 1m27 |
Donderdag 20 januari: om het centrum weer ietsje meer te krommen,
pas ik de koordenslag toe, dus dezelfde slag als waarmee ik het grof slijpen
begonnen was. De eerste wet (4 minuten) levert niet veel verschil op,
maar na de tweede wet is de spiegel min of meer sferisch geworden:
de sferometer geeft sagittas tussen 0,30 en 0,29 mm aan.
Bij het bepalen van het brandpunt is het lichtvlekje in het brandpunt
opvallend veel kleiner en helderder dan vroeger, wat erop wijst dat de spiegel
meer licht naar hetzelfde brandpunt stuurt, daar waar vroeger niet alle delen
van de spiegel het licht naar hetzelfde punt stuurden.
Nu kan het fijnslijpen hopelijk echt beginnen!
Vrijdag 21 januari: Ik begin met 240 poeder.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
centrale bel. De schijven `plakken' soms sterk tegen elkaar |
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
eerst een ringvormige zone met belletjes, die zich later
samenvoegen tot énén centrale bel. Plakt al minder
tegeneen na enkele slagen. |
240 | Nee | MoT | W | 5 min |
Idem maar de middelste zone met poeder is groter geworden.
Na een tijdje zijn de bellen ongeveer gelijk verspreid. |
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
f = 1m27 sagitta spiegel 0,29mm met maar 0,005mm afwijking (hoera!)
sagitta tool: 0,24 mm |
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
240 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
240 | Nee | MoT | W | 8 min |
|
f = 1m27 sagitta spiegel 0,295mm met maar 0,0025mm afwijking
sagitta tool: 0,245mm met 0,0025mm afwijking |
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
320 | Nee | MoT | W | 6 min |
centrale bel, waarschijnlijk een gevolg van te weinig poeder/te veel water |
320 | Nee | MoT | W | 7 min |
Trekt tijdens de eerste paar slagen wat tegen (het poeder `plakt'). |
320 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
f = 1m27 |
320 | Nee | MoT | W | 6 min |
Overgeschakeld op de plank met schroefjes |
320 | Nee | MoT | W | 6 min |
|
320 | Nee | MoT | W | 5 min |
Poging tot sharpie-test, maar ik ontdek dat mijn stift niet goed
werkt als de spiegel nog nat is. Volgende keer dus maar eerst laten
drogen ... |
320 | Nee | MoT | W | 6 min |
Ik weet niet goed of de spiegel al fijn genoeg is geslepen, dus
voor de zekerheid deze extra wet. |
f = 1m25 sagitta spiegel 0,285mm in het midden, 0,29mm aan de rand
sagitta tool: 0,25mm in het midden, 0,245mm aan de rand |
Dinsdag 25 januari: ik begin met 320 grit poeder.
Dit poeder is wat groener gekleurd dan de vorige (die er eerder grijs uitzien).
Bij zulk fijn poeder merk je al snel dat beide schijven soms aan elkaar
vast blijven plakken; je kan met geen mogelijkheid de bovenste van de onderste
pakken, tenzij door horizontaal de schijven te schuiven, en als er veel
poeder op ligt (bij het begin van een wet bijvoorbeeld) gaat zelfs dat soms
nogal stroefjes.
Bij het fijnslijpen met 240 poeder heb ik een plank zonder schroefjes in
gebruikt waar de schijven gewoon los op lagen; na de eerste drie wets
besluit ik toch maar weer de plank met schroefjes te gebruiken. Dat is een stuk
handiger voor de eerste paar slagen van een wet, waarbij beide schijven
flink tegen elkaar plakken. Bij de rest van de wet glijden de schijven wel
nog altijd soepeltjes over elkaar.
Aan het eind blijkt dus dat de spiegel iets platter in het midden is dan aan
de rand. De oplossing hiervoor is een wat langere slag gebruiken, maar
dat is niet meer voor vandaag.
Ik probeer ook eens de Sharpie-test. Deze test is genoemd naar een fabrikant
van stiften, en het idee is dat je met watervaste stift lijnen op de spiegel
tekent vóór het slijpen, zodat je kan volgen welke gebieden
van de spiegel het snelst weggeslepen worden.
De schijven met de stiftlijnen
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
Sagitta spiegel: 0,285mm in het midden, 0,2875 tot 0,29mm aan de rand
Sagitta tool: 0,25mm |
320 | Nee | MoT | lange W | 5 min |
|
Sagitta spiegel: 0,2875mm in het midden |
320 | Nee | MoT | lange W | 5 min |
|
Sagitta spiegel: overal ongeveer 0,29mm
Sagitta tool: 0,25mm
f = 1m28 |
Woensdag 26 januari: afwerken van het 320 poeder.
Zoals gisteren gezegd, gebruik ik nu een lange slag om de spiegel goed
bolvormig te krijgen. Op het einde vind ik overal een sagitta van 0,29mm;
soms wijkt de waarde 0,005mm af, misschien een onnauwkeurigheid van de sferometer
zelf?
Maandag 7 februari 2000: op de VSRUG sla ik weer
wat slijppoeders in:
- 20 gram 600 grit (45 fr)
- 20 gram 800 grit (55 fr)
- 20 gram 1200 grit (70 fr)
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
600 | Nee | MoT | W | 8 min |
Veel kleine, gelijkmatig verdeelde belletjes. De schijven plakken
nog meer aaneen dan met het 320 poeder; om ze van elkaar te kunnen
pakken moeten ze eerst horizontaal bijna volledig van elkaar geschoven worden |
600 | Nee | MoT | W | 7 min |
idem; stift-kruis is al een beetje aan de rand afgesleten. |
600 | Nee | MoT | W | 7 min |
|
f = 1m30
Sagitta in het midden 0,28mm en aan de rand 0,285, dus iets
platter in het midden |
600 | Nee | MoT | 1/2 CoC | 7 min |
Stiftmarkeringen zijn veel meer weggesleten aan de rand dan in het midden |
f = 1m28
Sagitta spiegel: 0,2825mm in het midden en 0,2875mm aan de rand.
|
Ik begin diezelfde avond nog met het nieuwe poeder.
Voor ik met slijpen begin, trek ik op de droge schijven een kruis met een stift.
Op die manier kan ik in de gaten houden waar en hoeveel er afgeslepen wordt.
Na een tijd merk ik dat de spiegel iets platter is in het midden dan aan de
rand; de oplossing zou een langere slag moeten zijn. Ik gebruik dus een 1/2
centrum-over-centrum slag (waarbij ik de schijf enkel naar voor en naar achter
beweeg over een afstand van 15cm/2 = 7,5cm). Het centrum blijkt inderdaad
iets krommer geworden te zijn na één zo'n wet, maar de rand ook.
Volgende keer misschien eens een volledige centrum-over-centrum slag proberen.
Donderdag 10 februari 2000:
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
600 | Nee | MoT | CoC | 7 min |
plakt een beetje aaneen als beide centra dicht bij elkaar komen.
Viltstiftlijnen zijn ongeveer gelijkmatig afgesleten. |
600 | Nee | MoT | W | 7 min |
|
600 | Nee | MoT | W | 7 min |
Stiftmarkeringen op de spiegel zijn bijna volledig weggesleten;
op de hulpschijf zijn ze nog duidelijker zichtbaar |
f = 1m27, sagitta 0,29mm overal
Inspectie met vergrootglas: alles ziet er goed uit. |
600 | Nee | MoT | W | 8 min |
Een laatste extra wet om zeker te zijn. |
f = 1m28, sagitta 0,29mm overal
Stiftsporen overal vervaagd; aan de rand zijn ze
zo goed als volledig verdwenen. |
Vrijdag 11 februari 2000: ik begin met 800 grit.
Het uitzicht verschilt niet veel van 600 poeder.
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
sagitta spiegel: 0,2875mm; hulpschijf: 0,25mm |
800 | Nee | MoT | W | 6 min |
Viltstiftmarkeringen overal gelijkmatig afgesleten |
800 | Nee | MoT | W | 9 min |
Trekt een beetje tegen in het midden (d.i. wanneer beide centra in elkaars buurt komen)
Stiftsporen sterk afgesleten aan de rand, weinig in het midden |
f = 1m30, sagitta = 0,24mm |
800 | Nee | MoT | CoC | 6 min |
Stiftsporen zijn nu ongeveer overal gelijkmatig afgesleten.
Trekt wel nog altijd tegen in het midden. |
800 | Nee | MoT | CoC | 5 min |
Stiftsporen bijna overal volledig afgesleten op de spiegel;
nog een beetje zichtbaar op de hulpschijf. |
800 | Nee | MoT | CoC | 6 min |
Laatste wet om zeker te zijn. |
f = 1m28, sagitta = 0,2875mm spiegel, 0,25mm hulpschijf |
We doen door met 1200 poeder (het is wat blauwgrijs van kleur):
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
1200 | Nee | MoT | W | 12 min |
Opnieuw veel meer afgesleten aan de rand dan in het midden |
1200 | Nee | MoT | CoC | 6 min |
Midden is nu al veel meer weggesleten |
1200 | Nee | MoT | CoC | 5 min |
De onderste schijf heb ik de laatste drie wets niet afgespoeld;
het resultaat is dat er zich een fijn laagje afgesleten poedergruis op
vastgezet heeft. Afspoelen helpt niet meer, het moet er echt afgeveegd worden.
In het midden zijn de stiftsporen nog maar een beetje te zien. |
1200 | Nee | MoT | W | 9 min |
|
f = 1m20 (!!), het brandpunt is duidelijk minder scherp dan vroeger
sagitta = 0,2875mm aan de rand en 0,29mm in het midden |
1200 | Nee | MoT | W | 8 min |
|
1200 | Nee | MoT | W | 8 min |
|
1200 | Nee | MoT | W | 9 min |
|
1200 | Nee | MoT | CoC | 5 min |
|
f = 1m32 (!!); sagitta 0,29mm
Inspectie met vergrootglas: alles ziet er goed uit. |
Zoals je ziet doe ik ook hier weer zoals vroeger nog veel is voorgevallen:
slijpen met W-slag, en als het midden niet genoeg blijkt weg te slijten
(af te lezen aan het afslijten van de stiftsporen), een paar wets
CoC-slag totdat de situatie weer hersteld is.
Ik vermoed ook dat de sagittameter niet helemaal juiste waarden oplevert:
de sagitta van de spiegel is ongeveer 0,29mm en die van de hulpschijf
0,25mm, terwijl we toch zouden verwachten dat ze allebei evenveel gekromd
zouden zijn. Misschien is er dus een afwijking van 0,02mm, zodat beiden
in werkelijkheid een sagitta van 0,27mm hebben ...
Wie goed gerekend heeft, zal wel gemerkt hebben dat de sagittas en de
gemeten brandpuntsafstanden niet echt goed met elkaar overeenstemmen.
Naast een mogelijke afwijking van de sferometer is er nog een mogelijke
oorzaak: bij de laatste brandpuntsafstandmeting besluit ik eens te
onderzoeken wat er gebeurt als ik de lamp veel verder weg zet als anders,
en ik vind plots f=1m20 (tegenover f=1m32 als de lamp dichterbij staat).
De stralen van een lamp zijn natuurlijk niet echt evenwijdig, en als je
verder weg gaat worden ze meer en meer evenwijdig. Blijkbaar heb ik dus
steeds de lamp te dichtbij gehouden en dus langere brandpuntsafstanden
gemeten dan de werkelijkheid. Merk ook op dat als je een sagitta
van 0,27mm invult in de formule, er een brandpuntsafstand van 1m20 uitkomt.
Dus hoogstwaarschijnlijk heb ik een brandpuntsafstand dicht in de buurt
van waar ik eigenlijk wou zijn: 1m20!
Om te eindigen (en omdat ik ook een beetje vrees dat de brandpuntsafstand
nog korter dan 1m20 zou kunnen uitvallen) nog een paar wets ToT:
Poeder | Druk | _oT | Slag | Duur | Opmerkingen |
1200 | Nee | ToT | W | 8 min |
Stiftmarkeringen overal wat afgesleten, aan de rand zelfs volledig;
nog een beetje zichtbaar in het midden. |
1200 | Nee | ToT | W | 8 min |
In het midden zijn de stiftmarkeringen nog maar heel vaag te zien
(op de hulpschijf wel nog duidelijker) |
1200 | Nee | ToT | CoC | 5 min |
Markeringen bijna volledig weg (alleen nog een klein beetje in
het midden op de hulpschijf zichtbaar) |
sagitta spiegel: 0,29mm |
Copyright © 2000 Geert Vernaeve
[ Terug |
Grof slijpen |
Polijsten ]